Scheenbeenvliesontsteking: Oorzaken en Kinesitherapie

Scheenbeenvliesontsteking, een veelvoorkomende blessure bij sporters, kan pijnlijk en frustrerend zijn. In deze blogpost bekijken we beknopt wat het is, de risicofactoren, oorzaken en behandelingen om je te helpen herstellen en terug te keren naar activiteiten zonder ongemak.

Wat is een scheenbeenvliesontsteking?

Scheenbeenvliesontsteking, ook bekend als Mediaal Tibiaal Stress Syndroom (MTSS), Periostitis of Shin Splint is een veelvoorkomende blessure die optreedt bij mensen die regelmatig aan fysieke activiteiten doen, vooral bij hardlopers en sporters die veel springen. Het wordt gekenmerkt door pijn langs de onderste 10cm aan de binnenrand (mediaal) van het scheenbeen en treedt vaak op tijdens of na het sporten.

Wetenschappelijk gezien wordt een scheenbeenvliesontsteking veroorzaakt door herhaalde microtrauma's aan het scheenbeenvlies, een dun laagje bindweefsel dat het scheenbeen omhult. Deze microtrauma's ontstaan door herhaalde trekkrachten van de spieren die aan het scheenbeenvlies hechten.

Wanneer het lichaam niet voldoende tijd krijgt om te herstellen van deze microtrauma's, kan er een ontstekingsreactie optreden in het scheenbeenvlies. Dit leidt tot pijn, zwelling en gevoeligheid langs de binnenrand van het scheenbeen. In ernstigere gevallen kan het scheenbeenvlies zelfs kleine scheurtjes vertonen, wat kan leiden tot meer ernstige symptomen en langere hersteltijden.

Scheenbeenvliesontsteking

Soorten scheenbeenvliesontsteking

Cura Athletica - scheenbeenvliesontsteking

Anterieure Biomechanische Overload Syndroom (ABOS): treedt op wanneer er sprake is van overbelasting aan de voorzijde (anterieure zijde) van het onderbeen.

Posterieur Biomechanisch Overload Syndroom (PBOS): treedt op wanneer er sprake is van overbelasting aan de achterzijde (posterieure zijde) van het onderbeen. Deze aandoening kan verschillende oorzaken hebben en wordt vaak geassocieerd met aandoeningen zoals achillespeesontsteking of fasciitis plantaris (hielspoor).

Wat zijn de risicofactoren van een scheenbeenvliesontsteking?

  1. Overmatige trainingsbelasting: vooral atleten die plotseling hun trainingsvolume of intensiteit verhogen, is een belangrijke risicofactor voor een scheenbeenvliesontsteking. Een studie in het 'Journal of Athletic Training' vond dat atleten die meer dan 20% per week aan trainingsbelasting toevoegden, een significant hoger risico hadden op het ontwikkelen van een scheenbeenvliesontsteking.
  2. Biomechanische afwijkingen: zoals platvoeten, overpronatie (naar binnen rollen van de voet tijdens het lopen), en abnormale beenlengte kunnen de belasting op het scheenbeen verhogen. Een onderzoek gepubliceerd in 'Medicine and Science in Sports and Exercise' toonde aan dat lopers met een hogere mate van pronatie meer kans hadden op het ontwikkelen van klachten.
  3. Spierzwakte en onevenwichtigheden: met name zwakte in de spieren die de voet en enkel stabiliseren. Een studie gepubliceerd in 'Sports Medicine' benadrukte de rol van spierzwakte, met name van de tibialis posterior spier.
  4. Slecht schoeisel: het dragen van schoenen met onvoldoende demping, ondersteuning of stabiliteit kan de belasting op het scheenbeen verhogen en het risico op shin splint vergroten. Een onderzoek in 'The American Journal of Sports Medicine' vond dat basketbalspelers die schoenen van slechte kwaliteit droegen een hoger risico hadden op het ontwikkelen van scheenbeenvliesontsteking.
  5. Training ondergrond: training op harde ondergronden, zoals beton of asfalt, kan de impact op het scheenbeen vergroten en het risico op shin splint verhogen.
  6. Eerdere geschiedenis van MTSS: personen met een voorgeschiedenis van scheenbeenvliesontsteking lopen een verhoogd risico op recidiverende blessures.
  7. Voet- en enkelmobiliteit: beperkte mobiliteit in de voet- en enkelgewrichten kan leiden tot compenserende bewegingen tijdens het lopen of rennen, wat kan resulteren in overbelasting van het scheenbeenvlies.
  8. Verhoogd risico bij overgewicht en obesitas: een onderzoek onder vrouwelijke mariniers toonde aan dat degenen met overgewicht (BMI ≥ 25) een bijna twee keer hoger risico hadden op het ontwikkelen van een scheenbeenvliesontsteking dan degenen met een gezond gewicht (BMI < 25). Overgewicht en obesitas kunnen leiden tot veranderingen in de biomechanica van het lichaam, zoals een toename van de belasting op de onderste ledematen tijdens het lopen of rennen. Een hoger lichaamsgewicht kan resulteren in een grotere impactkracht bij elke stap, wat de druk op het scheenbeen kan vergroten. Shin splint kan bij mensen met overgewicht ook leiden tot langere hersteltijden en een verhoogd risico op complicaties.

Wat kan je zelf doen bij een scheenbeenvliesontsteking?

  1. “Relatieve” Rust en Vermindering van Activiteit: het is belangrijk om activiteiten die de klachten verergeren tijdelijk te verminderen. Het advies is om niet volledig te stoppen. Probeer aan een lagere intensiteit te sporten of op andere manieren, misschien zonder impact, om je trainingsstatus zo goed mogelijk op pijl te houden. Relatieve rust geeft het lichaam de kans om te herstellen van de overbelasting.
  2. IJsbehandeling: regelmatig ijs aanbrengen op het aangedane gebied kan helpen bij het verminderen van klachten van de scheenbeenvliesontsteking. Het wordt aanbevolen om dit meerdere keren per dag gedurende 15-20 minuten te doen.
  3. Rek- en Strekoefeningen: gerichte rekoefeningen voor de kuitspieren, hamstrings en andere spieren rond het onderbeen kunnen helpen om de flexibiliteit te verbeteren en de spanning te verminderen. Regelmatig stretchen kan de symptomen verlichten en het herstel bevorderen. Hier hoort ook het regelmatig foamrollen van de kuiten bij. Probeer wel compressie te vermijden op de plaats van de klachten zelf.
  4. Schoeisel en Houding: zorg ervoor dat je schoenen draagt die geschikt zijn voor je activiteit en die voldoende demping en ondersteuning bieden. Overweeg ook het gebruik van orthopedische inlegzolen als extra ondersteuning nodig zou zijn. Doe dit altijd in samenspraak met een expert op dit vlak. Let op je houding tijdens activiteiten en probeer overmatige impact te vermijden.
  5. Progressieve Hervatting van Activiteit: na een periode van rust is het belangrijk om activiteiten geleidelijk aan te hervatten en de trainingsbelasting langzaam op te bouwen. Luister naar je lichaam en stop als je pijn voelt. Je wilt trainen net onder de pijngrens.
  6. Warmtebehandeling: naast ijsbehandeling kan het aanbrengen van warmte, zoals een warmtepakking of een warm bad, helpen om de spieren te ontspannen en de bloedcirculatie te verbeteren, wat kan bijdragen aan het herstel.
  7. Raadpleeg een Professional: als de klachten aanhouden of verergeren, is het raadzaam om je huisarts en kinesist te raadplegen voor een nauwkeurige diagnose en een gepersonaliseerd behandelplan.
Scheenbeenvliesontsteking

Kinesitherapie bij scheenbeenvliesontsteking

Shin splints, een veelvoorkomende blessure bij sporters, kunnen gelukkig effectief worden behandeld door middel van kinesitherapie. De meeste mensen die hiermee te maken hebben, zien positieve resultaten na gerichte kinesitherapie en ervaren geleidelijk aan verbetering. De duur van het herstelproces kan echter variëren, afhankelijk van factoren zoals de ernst van de blessure, de duur van het letsel en de kwaliteit van de behandeling. Scheenbeenvliesklachten vereisen doorgaans een langdurige behandeling en zorgvuldige opvolging, met name een geleidelijke toename van trainingsbelasting. Uw kinesist speelt een cruciale rol bij het bieden van de juiste omstandigheden voor herstel, het maximaliseren van de uitkomsten en het verminderen van de kans op terugkerende blessures.

Tijdens kinesitherapie sessies worden verschillende behandelstrategieën toegepast, waaronder stretching, het POLICE protocol (Protect, Optimal Load, Ice, Compression, Elevation), Dry Needling therapie, triggerpointtherapie, gewrichtsmobilisaties, sportmassage, oefentherapie gericht op mobiliteit, kracht en balans, aanpassingen in activiteiten, Medical Taping, en meer. Uw kinesist werkt hands-on en biedt begeleiding en advies over welke oefeningen het meest geschikt zijn voor de specifieke situatie van de patiënt. Met deze geïntegreerde aanpak streven we naar een optimaal herstel en het voorkomen van toekomstige blessures.

Bij Cura Athletica integreren we sprong- en impacttraining aan de hand van MyJumpLabPro, krachtmetingen, Dry Needling en meer. Wij staan klaar om dit met u te bespreken tijdens het intakegesprek en de screening.

Christophe Croonenberghs

Christophe Croonenberghs

Deel:
© 2025 Cura Athletica
 |
Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het privacybeleid en de servicevoorwaarden van Google zijn van toepassing.
made webtastic by
Prodigiz logo